Reglement

Huishoudelijk Reglement en spelregels OBTF 

I. Algemene bepalingen 

Art. 1 – Toepassingsgebied 
Dit reglement is van toepassing op alle aangesloten clubs en spelers van OBTF vzw.  
Door aansluiting verklaren zij zich akkoord met dit reglement en verbinden zij zich tot naleving ervan. 

Art. 2 – Talen 
Alle aangeslotenen dienen zich te kunnen uitdrukken in een van de drie nationale talen (Nederlands, Frans of Duits). 

Art. 3 – Wijzigingen 
Het bestuur behoudt zich het recht om wijzigingen aan dit reglement aan te brengen.  
Alle wijzigingen worden gecommuniceerd via www.obtf.be en treden onmiddellijk in werking, tenzij anders vermeld.  

II. Aansluiting & inschrijving 

Art. 4 – Clubinschrijving 
Clubs moeten zich inschrijven vóór 25 juli voor aanvang van het nieuwe seizoen.  
De inschrijving gebeurt via e-mail naar info@obtf.be en is pas geldig wanneer alle onderstaande gegevens volledig zijn vermeld: 

  • Naam van de ploeg 

  • Naam en adres van het lokaal 

  • Spelerslijst met naam, voornaam, geboortedatum en lidnummer 

  • Gegevens van kapitein en onderkapitein,  
    telkens met naam, voornaam, gsm-nummer en e-mailadres 

De inschrijving is pas definitief na ontvangst van de verschuldigde betaling, zoals bepaald in Art. 5 – Financiële voorwaarden

Art. 5 – Financiële voorwaarden 
De inschrijving van een speler kost €5, van een ploeg €60. Alle betalingen dienen te gebeuren via overschrijving op rekeningnummer BE26 7390 2653 2329, met duidelijke vermelding van ploegnaam en betalingsdoel. 

Art. 6 – Weigering inschrijving 
OBTF vzw behoudt zich het recht voor om inschrijvingen van clubs of spelers te weigeren op basis van objectieve en sportieve redenen. 

Art. 7 – Spelersaansluiting 
Een speler mag op elk moment slechts aangesloten zijn bij één club. Indien een speler bij meerdere clubs tekent, geldt de aansluiting bij de club waar hij eerst tekende. 

Art. 8 – Vrije spelers 
Spelers zonder club kunnen aansluiten tot en met de 5e laatste speeldag, inclusief bekerwedstrijden. 

Art. 9 – Identificatie van leden 
Leden en clubs worden opgenomen in het ledenoverzicht en cluboverzicht op www.obtf.be

Art. 10 – Deelname aan andere federaties 
Spelers aangesloten bij OBTF mogen niet deelnemen aan competities op vrijdag van andere tafelvoetbalfederaties. 

Art. 11 – Lokaalwijziging 
Wijziging van speelzaal tijdens het seizoen is enkel toegestaan bij overmacht en na goedkeuring door het bestuur. Indien geen lokaal beschikbaar is, worden wedstrijden uit gespeeld of in een vervangend lokaal met een goedgekeurde tafel. 

Art. 12 – Aanleveren van ledenlijsten 
OBTF bezorgt de definitieve ledenlijsten van alle clubs ten laatste tegen eind september aan het nationaal secretariaat. 

III. SPEELTAFELS EN MATERIAAL  

Art. 13 – Aantal clubs per lokaal 
Er mogen meerdere clubs in één lokaal spelen, op voorwaarde dat er per beschikbare, erkende speeltafel maximaal twee clubs actief zijn. 

Art. 14 – Type speeltafels 
Speeltafels moeten nationaal erkend zijn (bv. Jupiter Goldstar, Homestar). Elke tafel moet voorzien zijn van een goed werkende lamp boven het speelveld en voldoende ruimte rondom voor vlotte beweging van spelers. 
 
Art. 15 – Technische vereisten tafels 
Elke speeltafel moet voldoen aan de volgende normen: 

  • Rechte, originele stangen met veren of rubbers 

  • Onbeschadigde originele popjes 

  • Originele, ronde balletjes zonder slijtage of deuken 

  • Onbeschadigde handvaten 

  • Vaste hoeken en zijkanten van de tafel 

  • Effen, onbeschadigd speelvlak 

  • De tafel moet volledig in originele staat zijn 

  • De bezoekende ploeg mag geen enkele wijziging aanbrengen aan tafel of materiaal. 
    Voorbeelden (niet-limitatief): geen schuurpapier, niet branden aan pootjes/popjes, geen vervorming of polijsten van onderdelen, geen aanpassing aan ballen of handvaten. 

Art. 16 – Herstellingen en gebreken 
Indien een zijde van de tafel niet in orde is, moet de thuisploeg dit herstellen. Indien dat niet lukt, mag de bezoekende ploeg spelen aan de betere zijde. De normale volgorde van wisselen wordt dan behouden alsof er geen wissel is geweest. 

Art. 17 – Spelbaarheid tafel 
Indien een ploeg van oordeel is dat de tafel niet bespeelbaar is of er aanpassingen zijn gebeurd die niet reglementair zijn, moet het bestuur onmiddellijk verwittigd worden. Het bestuur beslist dan of er gespeeld kan worden of dat de wedstrijd moet worden voortgezet in een ander, reglementair lokaal. 

Art. 18 – Gebruik van antislipproducten 
Of het speelvlak glad of niet glad wordt bevonden, hangt af van de goedkeuring van de thuisploeg. Alleen de thuisploeg mag een antislipproduct gebruiken, zolang dit de normale loop van het balletje niet beïnvloedt. Bezoekende ploegen mogen geen aanpassingen doen aan het speelveld, de tafel of het materiaal. 

IV. TRANSFERS 

Art. 19 – Vrije transferperiode 
Transfers zijn vrij toegestaan tussen het einde van seizoen 1 en de start van seizoen 2, op voorwaarde dat de speler zich nog niet opnieuw heeft aangesloten bij een andere club
Na deze periode zijn transfers enkel mogelijk in uitzonderlijke omstandigheden, en dan alleen na de heenronde en voor de start van de terugronde 

Art. 20 – Controle bij transfers buiten vrije periode 
Bij een transfer buiten de vrije periode moet worden nagegaan of de speler reeds: 

  • Aangesloten is bij een andere OBTF-club, of 

  • Aangesloten is bij een club van een andere federatie 

In dat geval gelden volgende voorwaarden: 

  1. De kapitein van de huidige club moet zijn akkoord geven 

  2. Indien het om een andere federatie gaat, is toestemming nodig van de federatie 

  3. Indien de speler meer dan 5 officiële wedstrijden gespeeld heeft in het lopende seizoen, kan er geen transfer meer worden aangevraagd 

Art. 21 – Beoordeling door het bestuur 
Zelfs indien aan alle voorwaarden is voldaan, behoudt het OBTF-bestuur zich het recht voor om een transfer te weigeren of te blokkeren indien dit in strijd is met het sportieve of organisatorische belang van de competitie. 

Art. 22 – Beperking op het aantal hoger gerangschikte spelers per afdeling 
Om een eerlijke en evenwichtige competitie te garanderen, gelden er per afdeling beperkingen op het aantal spelers met een hogere individuele ranking. Deze regel geldt zowel voor nieuwe transfers als voor bestaande clubleden die hun ranking behouden. 

Onderstaande tekst geeft het maximumaantal toegestane spelers per ranking en afdeling weer: 

  • 1ste afdeling: het aantal spelers met ranking 1, 2, 3 en 4 is onbeperkt

  • 2de afdeling: maximaal 2 spelers met ranking 1; spelers met ranking 2, 3 en 4 zijn onbeperkt

  • 3de afdeling: maximaal 1 speler met ranking 1; maximaal 2 spelers met ranking 2
    Uitzondering: indien er géén speler met ranking 1 in de ploeg is aangesloten, mag een 3de speler met ranking 2 worden toegevoegd. Spelers met ranking 3 en 4 zijn onbeperkt

  • 4de afdeling: spelers met ranking 1 zijn niet toegestaan; maximaal 1 speler met ranking 2; maximaal 2 spelers met ranking 3. Uitzondering: indien er géén speler met ranking 2 in de ploeg is aangesloten, mag een 3de speler met ranking 3 worden toegevoegd. Spelers met ranking 4 zijn onbeperkt

Art. 23 – Verplichte promotie voor basisspelers van kampioenenteams 
Een speler wordt beschouwd als basisspeler van een kampioenenteam indien hij in het afgelopen seizoen minstens 10 van de 22 officiële competitiewedstrijden heeft meegespeeld. Deze basisspeler is verplicht om het volgende seizoen samen met het kampioenenteam uit te komen in een hogere afdeling dan waarin zijn team kampioen werd. ➤ Uitzondering: spelers die enkel aan het begin van het seizoen deelnamen (bv. de eerste 10 wedstrijden) maar daarna niet meer actief waren, worden niet als basisspeler beschouwd

V. RANKINGS 

Art. 24 – Invloed van ranking op deelname 
De individuele ranking van een speler bepaalt in welke afdeling hij mag uitkomen tijdens officiële tornooien, alsook voor regionale en nationale kampioenschappen. Het bestuur behoudt steeds het recht om rankings tussentijds aan te passen op basis van prestaties en ELO-score. 

Art. 25 – Toekenning van initiële ranking 
Spelers die zich voor het eerst aansluiten bij OBTF, of die geen actieve spelersgeschiedenis hebben binnen de federatie, krijgen standaard ranking 4
 
Bij inschrijving wordt er gecontroleerd of de speler recent actief is (geweest) bij een andere federatie in binnen- of buitenland. Indien blijkt dat de speler daar een hogere ranking had of als ervaren beschouwd werd, kan OBTF een hogere, aangepaste ranking toekennen. 
 
➤ Het volstaat dus niet om zich als "nieuw" voor te stellen: het OBTF-bestuur voert steeds een controle uit. Enkel als een speler niet gekend is in een andere federatie, wordt hij beschouwd als beginnend speler met ranking 4. 

Art. 26 – Ranking bij overstap naar hogere afdeling 
Spelers die vrijwillig overstappen naar een hogere afdeling, mogen hun oorspronkelijke (lagere) ranking behouden, maar maximaal gedurende twee opeenvolgende seizoenen. Voor het tweede seizoen geldt dit enkel indien hun prestaties dit rechtvaardigen. Spelers die gedurende twee opeenvolgende seizoenen actief zijn in een hogere afdeling, stijgen automatisch één rankingniveau, op voorwaarde dat ze over die periode een ELO-percentage van minstens 37% behalen.  

Art. 27 – Overgang naar lagere afdeling 
Spelers die vrijwillig dalen naar een lagere afdeling behouden hun bestaande ranking

Art. 28 – Kampioenen stijgen mee in ranking 
Spelers die met hun ploeg kampioen worden, stijgen ook in ranking. Ze stijgen automatisch één rankingniveau, op voorwaarde dat ze over die periode een ELO-percentage van minstens 37% behalen. De nieuwe ranking kan nooit hoger zijn dan de afdeling waarin men promoveert, tenzij deze hogere ranking reeds van toepassing was.  
 
Art. 29 – Voorwaarden voor daling in ranking 
Een daling in ranking is enkel mogelijk indien: 

  1. De speler in het afgelopen seizoen minder dan 37% ELO behaalde in een reeks gelijk aan de ranking of lager, 

  2. De ploeg gedegradeerd is naar een lagere afdeling. Ze dalen automatisch één rankingniveau, op voorwaarde dat ze over die periode een ELO-percentage van lager dan 50% behalen. De nieuwe ranking kan niet lager zijn dan de afdeling waarin men zal uitkomen. 

Art. 30 – Daling na lange inactiviteit 
Een speler die gedurende vijf opeenvolgende seizoenen niet actief was in om het even welke federatie, kan een aanvraag indienen om zijn ranking te verlagen. Deze aanvraag wordt enkel goedgekeurd

  1. Na overleg met het bestuur, en 

  2. als de nieuwe ranking overeenkomt met of hoger ligt dan de afdeling waarin de speler opnieuw zal aantreden. 

VI. COMPETITIE EN BEKER  

Art. 31 – Opzet van de competitie 
De competitie verloopt via een heen- en terugronde. Een klassement wordt opgesteld op basis van: 

  1. het hoogste aantal competitiepunten 

  2. het hoogste aantal overwinningen 

  3. het hoogste aantal doelpunten 

Indien er op het einde van het seizoen een gelijke stand is qua punten (ongeacht overwinningen of doelpunten), wordt een testwedstrijd gespeeld tussen de betrokken clubs om de eindrangschikking te bepalen voor de eerste plaats en de titel. 

Art. 32 – Promotie en degradatie 
Enkel de kampioen stijgt automatisch van afdeling en enkel de ploeg die als laatste uitkwam in het klassement daalt automatisch van afdeling. De verdere opbouw van de reeksen en eventuele bijkomende stijgers of dalers wordt bepaald door het bestuur, dat daarbij rekening houdt met: 

  • het eindklassement van het vorige seizoen 

  • de ELO-punten van alle aangesloten spelers binnen een club 

  • de uitgevoerde transfers vóór aanvang van het nieuwe seizoen 

Deze elementen dienen als leidraad om clubs op de meest correcte manier in te delen. 

Art. 33 – Bekercompetities 
Parallel aan de reguliere competitie organiseert OBTF: 

  • de Beker van OBTF - deze geeft toegang aan de winnaar tot de Beker van België 

  • een Reeksbeker (troosting) per afdeling 

Deelname aan beide bekers is verplicht. Het bestuur bepaalt de speeldagen. De kampioen van de eindronde van elke reeks én de winnaar van de beker van OBTF zijn verplicht deel te nemen aan: 

  • de Beker van België 

  • de Belgische Interclubkampioenschappen 

Indien men niet aanwezig kan zijn, dient men een vervanger aan te stellen en dit in samenspraak met het bestuur. 

Art. 34 – Kalender en adressen 
Elke club kan de wedstrijdkalender en een lijst met adressen van alle tegenstanders consulteren op de website www.obtf.be.  

Art. 35 – Wedstrijdregistratie 
Alle competitie- en bekerwedstrijden worden elektronisch ingevuld via www.obtf.be

  • De thuisploeg vult het wedstrijdblad digitaal in en verzendt het 

  • De uitploeg vult zijn spelers in voor aanvang van de wedstrijd en bevestigt het blad vóór 20u de dag nadien. Bij uitblijven van bevestiging geldt automatische goedkeuring 

Elke ploeg duidt een kapitein en onderkapitein aan. Zij zijn verantwoordelijk voor het online invullen en goedkeuren van de wedstrijdbladen. Het wedstrijdblad moet volledig ingevuld zijn vóór aanvang van de partij. 

Art. 36 – Vervalsing van wedstrijdbladen 
Indien een wedstrijdblad wordt vervalst, verliezen beide clubs de wedstrijd met forfait en worden de kapiteins of onderkapiteins die het blad ondertekenden disciplinair gesanctioneerd.

Art. 37 – Gewoon forfait (éénmalig) 
Wanneer een ploeg forfait geeft voor één enkele wedstrijd, zonder dat er sprake is van algemeen forfait: 

  • worden de punten toegekend aan de tegenpartij met een standaardscore van 18-0 

  • blijven alle eerdere resultaten van de forfait gevende ploeg behouden in het klassement 

Bij herhaald forfait kan het bestuur beslissen tot bijkomende sancties of alsnog over te gaan tot algemeen forfait (zie Art. 38). 

Art. 38 – Algemeen forfait tijdens het seizoen 
Wanneer een club tijdens het seizoen een algemeen forfait geeft: 

  • worden alle behaalde punten geschrapt, met terugwerkende kracht 

  • worden alle gespeelde wedstrijden van die ploeg als onbestaand beschouwd 

  • mogen de betrokken spelers vanaf dat moment niet meer deelnemen aan enige andere tafelvoetbalorganisatie, tenzij in overleg met het bestuur 

Art. 39 – Aanvangsuur van de wedstrijden 
De officiële starttijd is 21:00 uur. Er geldt een tolerantietijd tot 21:30 uur. 
Om 21:00 wordt de wedstrijd gestart, tenzij in onderling overleg tussen beide ploegen anders wordt overeengekomen. Bij afwezigheid van een ploeg na deze tijd mag enkel forfait worden uitgesproken na telefonisch contact met het bestuur. 

Art. 40 – Opwarmingstijden 
De bezoekende ploeg kan de tafel opeisen vanaf 20:30 om te trainen tot 21:00, tenzij anders overeengekomen. De thuisploeg zorgt dat tafel en ballen reglementair en vrij zijn vanaf 20:30. Tijdens de opwarming zijn aanpassingen aan tafel of materiaal verboden. 

Art. 41 – Samenstelling en aanwezigheid spelers Elke ploeg speelt met 3 koppels (6 spelers). Dubbele opstelling van eenzelfde speler in meerdere koppels is niet toegestaan: eenzelfde speler mag niet deelnemen aan meer dan één koppel (bijvoorbeeld A én B, of A én C) binnen dezelfde wedstrijd.  Afhankelijk van het aantal aanwezige spelers gelden de volgende bepalingen: 

  1. Bij 2 aanwezige spelers: 
    De wedstrijd start onmiddellijk. De eerste drie partijen (A-A, A-B, A-C) moeten onmiddellijk en zonder pauze worden gespeeld. 
    Indien de volgende 2 spelers niet tijdig arriveren, na afloop van de derde partij, volgt automatisch een forfaitscore van 18-0

  2. Bij 4 aanwezige spelers: 
    Alle mogelijke sets met 4 spelers worden onmiddellijk gespeeld en dit zonder pauze.  
    Het derde koppel moet aanwezig zijn vóór de laatste reguliere partij, anders verliest het die voorziene sets met 11-0 per partij

  3. Bij 6 aanwezige spelers: 
    De wedstrijd start zoals voorzien. Indien een basisspeler later arriveert, mag de wedstrijd niet uitgesteld worden. De aanwezige reservespelers starten de partij. “Later” betekent: pas nádat de voorgaande koppels (A en B) al hun voorziene wedstrijden hebben afgewerkt.

Art. 42 – Gelijkspel in bekerwedstrijden 
Bij gelijkspel in een bekerwedstrijd wordt een testpartij gespeeld tussen twee koppels (één per club), aangeduid door de clubkapiteins. 

  • Iedere speler die op het wedstrijdblad staat mag gekozen worden, ook reservespelers 

  • Tijdens de testwedstrijd mogen geen reservespelers meer ingebracht worden 

  • De partij wordt gespeeld tot 11 (maximale score 11/10) 

Art. 43 – Uitstel van wedstrijden 

  • Maximaal 2 wedstrijden uitstellen per ploeg per seizoen 

  • Geen uitstellen toegelaten tijdens de laatste 3 speeldagen 

  • Inhaalmomenten worden vastgelegd door het bestuur 

Ter verduidelijking: het reglement voorziet dat elke ploeg maximaal 2 keer per seizoen een uitstel kan aanvragen, maar een tegenstander is nooit verplicht om hiermee in te stemmen.
Een uitstel kan enkel doorgaan wanneer beide teams akkoord gaan met een nieuwe datum.
Wanneer een team toch akkoord gaat met een uitstel, dan is dit een vorm van goodwill en sportiviteit, geen verplichting.

Art. 44 – Identiteitscontrole 
Voor aanvang van de wedstrijd kan de kapitein/scheidsrechter een visuele identiteitscontrole uitvoeren van elke speler aan de hand van een officieel document (eID, rijbewijs of paspoort). Er worden geen kopieën (foto/scan) genomen van identiteitsdocumenten en geen elektronische uitlezingen uitgevoerd. De controle gebeurt uitsluitend om lidmaatschap en speelsgerechtigdheid te verifiëren (contractuele noodzaak/legitiem belang) en volgt het dataminimalisatie-principe: enkel naam en geboortedatum mogen desgevallend genoteerd worden. Het rijksregisternummer wordt niet verwerkt of genoteerd. Kan een speler zich niet identificeren, dan start hij niet, tenzij na telefonisch akkoord met een bestuurslid een tijdelijke toelating wordt gegeven; de speler kan dan op de eerstvolgende vergadering worden opgeroepen voor controle.  

VII. ARBITRAGE 

Art. 45 – kapitein en onderkapitein als scheidsrechter 
Elke ploeg duidt een kapitein en onderkapitein aan. Zij mogen geen koppel vormen, zodat in geval van discussie een van beiden (van de bezoekende ploeg) als scheidsrechter kan optreden. 

Art. 46 – Aanstellen van een officiële scheidsrechter 
Er wordt niet standaard een scheidsrechter voorzien vanuit OBTF, tenzij dit uitdrukkelijk is aangevraagd door een van de clubs minstens 7 dagen op voorhand, of een scheidsrechter wordt aangeduid door het bestuur. 

Art. 47 – Discussie bij arbitrage door bezoekende kapitein 
Bij discussie over een spelsituatie waarbij de bezoekende kapitein als scheidsrechter optreedt en de tegenpartij het niet eens is met zijn beslissing, moet de situatie onmiddellijk gemeld worden aan het bestuur voor verdere opvolging. 

Art. 48 – Escalatie tijdens de wedstrijd 
Indien partijen er niet in slagen een akkoord te bereiken, dient men onmiddellijk contact op te nemen met het bestuur. Alleen een officiële scheidsrechter aangesteld door het bestuur of een OBTF-bestuurslid heeft het recht om een wedstrijd stil te leggen 

Art. 49 – Hervatten van gestaakte wedstrijden 
Indien de omstandigheden ernstig verstoord zijn en niet ter plaatse opgelost kunnen worden, mag het bestuur beslissen om de wedstrijd stop te zetten en/of te hervatten in een dichtstbijzijnd alternatief lokaal dat conform is aan de OBTF-reglementen. 

Art. 50 – Verplichte scheidsrechtersbijdrage door clubs 
Het OBTF-bestuur behoudt zich het recht voor om clubs te verplichten een lid beschikbaar te stellen als scheidsrechter voor andere wedstrijden of officiële kampioenschappen.  

VIII. PROVINCIALE KAMPIOENSCHAPPEN 

Art. 51 – Opzet van de kampioenschappen 
OBTF organiseert elk seizoen provinciale kampioenschappen in de volgende categorieën: 

  • Open enkelspel 

  • Open dubbelspel 

  • Gemengd dubbelspel 

  • Enkelspel per afdeling 

  • Dubbelspel per afdeling 

  • Enkelspel dames, junioren en veteranen 

  • Dubbelspel dames, junioren en veteranen 

Art. 52 – Deelnemingsvoorwaarden 
Om te kunnen deelnemen aan een provinciaal kampioenschap, moet een speler aangesloten zijn bij een OBTF-club en ingeschreven zijn vóór 31 december van het lopende seizoen. 

Art. 53 – Deelname is vrijwillig, maar sterk aanbevolen 
Deelname aan de provinciale kampioenschappen is niet verplicht, maar wordt sterk aangemoedigd. Het biedt spelers de kans om zich te meten met andere spelers uit hun provincie, hun club te vertegenwoordigen en te strijden voor de titel, eer en mogelijk prijzengeld of trofeeën
 
Art. 54 – Reeksen en rangschikking 
De indeling per afdeling gebeurt op basis van de OBTF-ranking: 

  1. Dubbelspel: de speler met de hoogste ranking binnen het duo bepaalt de indeling 

  2. Enkelspel: indeling gebeurt op basis van de individuele ranking van elke speler 

Art. 55 – Timing 
De kampioenschappen kunnen: 

  • Op één weekend worden georganiseerd 

  • Of gespreid doorheen het seizoen plaatsvinden, afhankelijk van beschikbaarheden en kalenderplanning 

Art. 56 – Spelregels 
Alle wedstrijden worden gespeeld volgens de officiële regels van OBTF vzw, zoals vastgelegd in het huishoudelijk reglement. 

Art. 57 – Prijsuitreiking 
Clubs en spelers worden verwacht aanwezig te zijn op de officiële prijsuitreiking om hun trofee of prijzengeld persoonlijk in ontvangst te nemen. Wie verhinderd is, meldt dit vooraf aan het bestuur. Prijzen worden niet opgestuurd.  

IX. WEDSTRIJDEN & SPELREGELS 

Art. 58 – Wedstrijdstructuur 
Elke wedstrijd bestaat uit 9 partijen van maximaal 20 ballen per partij. De opstelling is als volgt: 

  • Thuis AUit A 

  • Thuis BUit B 

  • Thuis CUit C 

  • Thuis AUit B 

  • Thuis BUit C 

  • Thuis CUit A 

  • Thuis AUit C 

  • Thuis BUit A 

  • Thuis CUit B 

(Elk thuisduo speelt drie keer en treft elk uitduo precies één keer.) 

Art. 59 – Puntentelling 
Per partij zijn 2 punten te verdienen: 

  • 2 punten voor het koppel dat 11 doelpunten maakt 

  • 0 punten voor het verliezende koppel 

  • Bij 10-10 is er een gelijkspel en krijgt elk team 1 punt 

In totaal zijn er 18 punten per wedstrijd te behalen. De club met de meeste punten wint de wedstrijd en krijgt 2 klassementspunten. Bij een gelijkspel (9-9) ontvangt elke club 1 punt. 

Art. 60 – Opbouw van een partij 
Een partij bestaat uit 2 sets van telkens 10 ballen. 

Art. 61 – Speelrichting 
De thuisploeg start met de bal aan de middellijn, aan de kant van de ballenbak. In de tweede set ontvangt de tegenpartij de aftrap. Op neutraal terrein wordt getost. Wisselen van kant is toegestaan na de eerste set, indien een van beide teams hierom vraagt. 

Art. 62 – Aftrap 
De aftrap gebeurt via de 5-stang (middellijn): de bal moet eerst onder de middelste pop geplaatst worden, waarna bevestigd wordt of de tegenpartij klaar is. Na de “Klaar!”-bevestiging moet de speler die de bal in het spel brengt een vaste volgorde van balcontacten uitvoeren vóór het spel geldig hervat wordt. De correcte volgorde omvat: 

  • een eerste balcontact met middelste poppetje van de rij, 

  • gevolgd door ten minste twee bijkomende balcontacten met afwisselend verschillende poppetjes van dezelfde rij (dus in totaal drie aanrakingen met minstens twee verschillende figuren). 

Indien de voor- of achterspeler die in balbezit is de hierboven vermelde regel niet naleeft, gelden de volgende bepalingen:
a) Wanneer de bal rechtstreeks bij de tegenpartij terechtkomt, wordt het spel zonder onderbreking verdergezet.
b) Wanneer de bal bij zijn medespeler terechtkomt, of bij een andere stang van de eigen rij, wordt de bal onvoorwaardelijk toegekend aan de achterspeler van de tegenpartij, die het spel vervolgens hervat.

Art. 62bis – Aanvullende bepalingen voor het enkelspel

  1. Drie verplichte aanrakingen bij elke spelonderbreking
    Telkens wanneer het spel bewust wordt onderbroken of hervat — bijvoorbeeld om de voor- of achterlijn te corrigeren, je baren los te laten om je handen af te vegen, of om een andere baar goed te zetten — moet de bal minstens drie keer worden aangeraakt voordat er opnieuw mag worden geschoten.

  2. Geen extra aanrakingen nodig bij gewone wissel van voor- naar achterlijn (of omgekeerd)
    Wanneer je enkel van positie verandert (van voor naar achter of van achter naar voor) zonder het spel te onderbreken of iets aan de baren te wijzigen, dan mag je onmiddellijk schieten. De drie verplichte aanrakingen zijn in dat geval niet van toepassing.

Art. 63 – Stilgevallen ballen 
Wanneer de bal buiten bereik tot stilstand komt (zonder schudden), wordt hij opnieuw in het spel gebracht in de dichtstbijzijnde hoek door de achterspeler. Er wordt bevestigd of de tegenpartij klaar is. Na de “Klaar!”-bevestiging moet de speler die de bal in het spel brengt een vaste volgorde van balcontacten uitvoeren vóór het spel geldig hervat wordt. De correcte volgorde omvat: 

  • een eerste balcontact met middelste poppetje van de rij (wanneer de achterspeler dit uitvoert, moet hij vertrekken vanaf één van de twee poppetjes op zijn achterlijn), 

  • gevolgd door ten minste twee bijkomende balcontacten met afwisselend verschillende poppetjes van dezelfde rij (dus in totaal drie aanrakingen met minstens twee verschillende figuren). 

Indien dit niet correct gebeurt, gaat de bal naar de achterspeler van de tegenpartij. 

Art. 64 - Uitballen 
De bal wordt als buiten het speelveld beschouwd op aanwijzing van de scheidsrechter, dan wel – bij afwezigheid van een scheidsrechter – op basis van vastgelegde regels zoals hieronder beschreven. Een bal is enkel ‘uit’ als hij het speelveld volledig verlaat. Als hij een vast element raakt (zoals cijfers, lamp of asbak) en terugkeert, blijft het spel geldig. Indien de bal daarentegen een onderdeel van de tafel raakt dat niet tot het speelveld behoort, wordt de bal als buiten het speelveld beschouwd en wordt het spel onmiddellijk onderbroken. Het team dat verantwoordelijk wordt geacht voor de gecontroleerde spelsituatie die ertoe heeft geleid dat de bal het speelveld heeft verlaten, wordt als veroorzaker aangeduid. De bal wordt vervolgens onverwijld opnieuw in het spel gebracht vanaf de keeperstang van het andere team. Er wordt bevestigd of de tegenpartij klaar is. Na de “Klaar!”-bevestiging moet de speler die de bal in het spel brengt een vaste volgorde van balcontacten uitvoeren vóór het spel geldig hervat wordt. De correcte volgorde omvat: 

  • een eerste balcontact met middelste poppetje van de rij (wanneer de achterspeler dit uitvoert, moet hij vertrekken vanaf één van de twee poppetjes op zijn achterlijn), 

  • gevolgd door ten minste twee bijkomende balcontacten met afwisselend verschillende poppetjes van dezelfde rij (dus in totaal drie aanrakingen met minstens twee verschillende figuren). 

Indien de voor- of achterspeler die in balbezit is de hierboven vermelde regel niet naleeft, gelden de volgende bepalingen:
a) Wanneer de bal rechtstreeks bij de tegenpartij terechtkomt, wordt het spel zonder onderbreking verdergezet.
b) Wanneer de bal bij zijn medespeler terechtkomt, of bij een andere stang van de eigen rij, wordt de bal onvoorwaardelijk toegekend aan de achterspeler van de tegenpartij, die het spel vervolgens hervat.
 
Art. 65 – Controle en stanggebruik 
Indien een speler tijdens balbezit bewust het handvat loslaat (bijvoorbeeld om de handen af te vegen), moet bij hervatting van het spel opnieuw voldaan worden aan de vereiste balcontrole: De speler moet de bal drie keer aanraken met verschillende poppetjes van dezelfde rij voordat er opnieuw mag geschoten worden. De bezitstijdklok (bv. 15 seconden op de 3-rij) blijft gewoon doorlopen. 

Art. 66 – Tijdslimiet 
Een speler mag de bal maximaal 15 seconden vasthouden onder dezelfde stang, ongeacht of hij voor- of achterspeler is. (Voor de achterspeler Keeper stang + back stang = 15 sec.) Indien de tegenpartij vermoedt dat deze limiet wordt overschreden, mag zij “Stop” roepen en een verantwoordelijke aanspreken voor controle. Deze controle wordt uitgevoerd door een bestuurslid of een aangeduide verantwoordelijke van één van beide ploegen. Sancties bij bevestigde tijdsoverschrijding: 

Overtredingen zonder scheidsrechter
Wanneer er géén scheidsrechter aanwezig is, volstaat het dat de tegenpartij een waarschuwing geeft.

Overtredingen met scheidsrechter/timekeeper
Indien er wél een scheidsrechter of timekeeper is aangesteld, gelden onderstaande sancties:

  • Eerste overtreding: balbezit voor de achterspeler van de tegenpartij.

  • Tweede overtreding: balbezit voor de voorspeler van de tegenpartij.

Opmerking: 
Een doelpunt of centerbal die exact samenvalt met het “Stop”-signaal blijft geldig.  
Het spel wordt telkens hervat na bevestiging van gereedheid door beide teams en nadat drie poppen zijn geraakt. 

Art. 67 – Time-outs 
Per set is één time-out van maximum 1 minuut toegestaan per koppel, enkel bij balbezit. 
Een tweede time-out binnen dezelfde set leidt tot balverlies aan de achterspeler van de tegenpartij. Opgelet: zowel tijdens een technische als een gewone stop is trainen niet toegestaan

Art. 68 – Technische stops 
Technische stops mogen enkel worden aangevraagd om een defect aan het tafelvoetbalapparaat of het materiaal te melden (bv. los handvat, gebroken pop, defecte stang). Ze gelden niet als time-out. Roept een speler “STOP” omdat zijn handvat loskomt, een speelpop breekt of een ander technisch defect optreedt, dan wordt het spel onmiddellijk onderbroken en wordt de bal teruggegeven aan de speler die op dat moment in balbezit was. Een doelpunt dat op dat moment valt, blijft geldigOpgelet: zowel tijdens een technische als een gewone stop is trainen niet toegestaan

Art. 69 – Hervatting na doelpunt of bij tweede set 
Na elk doelpunt ontvangt het team dat het doelpunt incasseerde de bal aan de middellijn voor de aftrap. Uitzondering: bij de start van de tweede set van een partij krijgt het team de bal dat niet begonnen is aan de eerste set

Art. 70 – Ongeldige doelpunten 
Doelpunten waarbij de bal zichtbaar in en uit de goal stuitert, worden niet meegeteld – tenzij beide ploegen vooraf schriftelijk anders zijn overeengekomen en dit genoteerd is op het wedstrijdblad. 
 
Art. 71 – Positiewissels 
In het dubbelspel mogen de twee spelers van een team van speelpositie wisselen tijdens een time-out of tussen twee punten. Tijdens deze onderbrekingen mogen beide teams vrij van positie wisselen totdat het "klaar"-protocol van de daaropvolgende herstart is begonnen. Het aanvallende team mag van positie wisselen tot op het moment dat zij de vraag “Klaar?” stellen. Het verdedigende team mag van positie wisselen tot het moment dat zij de bevestiging “Klaar!” geven. Na het geven van de “Klaar!”-bevestiging en vóór het begin van het actieve spel, is het geen van beide teams toegestaan om nog van positie te wisselen. Spelers mogen niet van positie wisselen tijdens het "klaar"-protocol in strijd met bovenstaande regeling, noch tijdens een dode bal, een bal buiten de tafel, of tijdens een spelonderbreking. Dergelijke wissels gelden niet als overtredingen, maar zijn niet toegestaan en moeten worden teruggedraaid. Indien het "klaar"-protocol op enig moment wordt onderbroken, moet de vraag “Klaar?” opnieuw worden gesteld. Een dergelijke onderbreking herstelt het recht op positiewissel voor geen van beide teams; het aanvallende team mag niet van positie wisselen voorafgaand aan het opnieuw stellen van de vraag “Klaar?”. Elke positiewissel moet worden afgerond binnen de tijdsduur die geldt voor de betreffende onderbreking. 

Art. 72 – Inbrengen van reservespelers 
Iedere speler die aantoonbaar en wettelijk aangesloten is bij de club mag als reservespeler ingezet worden, indien zij vooraf op het wedstrijdblad vermeld stonden.  Bij elke inbreng van een reservespeler geldt het volgende: 

  • De wissel mag pas na een doelpunt gebeuren of tijdens een time-out. 

  • Elke wissel moet genoteerd worden op het wedstrijdblad, met vermelding van wie eruit en wie erin gaat. 

  • Een wissel is definitief voor de volledige wedstrijdavond. 
    Een speler die tijdens een partij vervangen wordt, mag nadien niet meer deelnemen aan enige andere partij binnen diezelfde wedstrijd, ongeacht het team waarin hij zou willen aantreden. 

Art. 73 – Storend verdedigend spel en schokken 
Een speler moet de bal teruggeven aan de tegenpartij indien de bal merkbaar van positie verandert door een verdedigende actie die niet gericht is op de bal zelf.  Specifiek geldt het volgende : Indien een verdediger met de stang tegen de zijwand schokt, waardoor de bal niet stil kan blijven liggen, terwijl de aanvallende speler de bal onder controle heeft, vervalt de 15 secondenregel zolang dit storend gedrag aanhoudt. Verliest de aanvaller hierdoor de bal, dan moet deze onmiddellijk worden teruggegeven aan de aanvaller. Hier geldt ook dat als er een schot wordt uitgevoerd met de ene lijn, er geen schok gegeven mag worden met de andere lijn die niet in de buurt van de bal is. Het is tevens niet toegelaten om met de stangen hevig heen en weer te bewegen of te schokken wanneer de bal zich niet in de betrokken zone bevindt.  

Art. 74 – loslaten van een stang bij schot of ronddraaien van een stang: 
Het ronddraaien van een speelstang (meer dan één volledige voor- of achterwaartse rotatie van een speelpop) is verboden, ongeacht of de speler in balbezit is of niet. Een doelpunt dat met zo’n ronddraaiing wordt gescoord bij de tegenpartij is ongeldig. Een eigen doelpunt telt wél, ook als dit via ronddraaien gebeurt. Indien de ronddraaiende beweging leidt tot balbezit bij een ploegmaat: de bal moet worden afgestaan aan de achterspeler van de tegenpartij, rechtstreeks balbezit bij de tegenstander: het spel gaat gewoon door. Het loslaten van een stang tijdens een schot is tevens niet toegestaan. Een doelpunt dat zo wordt gescoord is ongeldig en de bal gaat naar de achterspeler van de tegenpartij. Own-goals blijven geldig. 

Art. 75 – Speelfouten en sancties 
Naast reeds eerder vernoemde fouten en sancties, gelden de volgende handelingen eveneens als speelfouten: 

  1. Intimidatie van de tegenstander 

  2. Tegenstander storen tijdens het spel 

  3. Hinderen van normaal balverloop 

  4. Voorwerpen op het speelveld gooien 

  5. Hand in het spel steken → doelpunt voor tegenpartij 

  6. Tafel opheffen, schudden of verplaatsen 

  7. Doorbuigen van stangen 

  8. De tafel verlaten zonder geldige reden 

  9. Opzettelijke, negatieve acties 

Sancties: 

  • Eerste overtreding: waarschuwing 

  • Tweede overtreding: bal naar de achterspeler van de tegenpartij.  
    Indien benadeelde een voorspeler is: bal aan voorlijn. 

  • Derde overtreding: bal naar de voorspeler van de tegenpartij 

Art. 76 – Agressie en ongepaste uitlatingen/handelingen 
Elke ongepaste uitlating, handeling of gedraging jegens spelers, scheidsrechters, vrijwilligers, bestuursleden of omstaanders kan leiden tot sanctie en/of schorsing. Meld het incident onmiddellijk telefonisch aan een OBTF-bestuurslid tijdens de wedstrijd (ongepaste taal wordt niet getolereerd). Elke vorm van fysiek geweld of handgemeen tijdens wedstrijden of tornooien tegenover spelers, scheidsrechters, vrijwilligers, bestuursleden of omstaanders leidt tot onmiddellijke schorsing van twee jaar in afwachting van de tuchtraad. Meld het incident onmiddellijk telefonisch aan een OBTF-bestuurslid tijdens de wedstrijd (ongepaste taal wordt niet getolereerd). Indien de wedstrijdomstandigheden ernstig uit de hand lopen, kan het bestuur beslissen om de wedstrijd voort te zetten in een ander, geschikt lokaal conform de OBTF-regels.  

X. KLACHTEN  

Art. 77 – Indienen van klachten 
Klachten dienen schriftelijk te worden overgemaakt via e-mail aan info@obtf.be. Om in behandeling genomen te worden, gelden volgende voorwaarden: 

  1. Klachten die geen verband houden met een wedstrijd moeten ten laatste binnen 7 kalenderdagen na de feiten worden ingediend. De e-mail bevat een duidelijk overzicht van de situatie. De verzenddatum geldt als referentie. 

  2. Klachten tijdens een wedstrijd volgen deze stappen: 

  • Meld het incident telefonisch aan een OBTF-bestuurslid tijdens de wedstrijd (ongepaste taal wordt niet getolereerd). 

  • Bezorg een gedetailleerde beschrijving via e-mail aan info@obtf.be, ten laatste 7 dagen na de feiten. 

Anonieme klachten worden niet behandeld

Art. 78 – Procedure klachtbehandeling Het OBTF-bestuur behandelt elke klacht grondig en onpartijdig. Betrokken partijen en getuigen worden uitgenodigd op een vastgelegde datum om gehoord te worden. De uiteindelijke beslissing wordt schriftelijk gecommuniceerd of gepubliceerd op de officiële website. Deze uitspraak geldt als definitieve beslissing binnen OBTF. Een beroepsmogelijkheid bij het Nationale Bestuur blijft behouden. 

Art. 79 – Beroepsprocedure 
Indien een partij zich niet kan vinden in de uitspraak van OBTF, kan zij in beroep gaan volgens deze procedure: 

  1. Het beroep wordt schriftelijk ingediend binnen de 3 kalenderdagen na kennisgeving van de beslissing, via e-mail aan de voorzitter van OBTF: stefanie@obtf.be. De voorzitter bezorgt de betrokkene dan een onderbouwde verantwoording, eventueel met uitnodiging tot bijkomend gesprek of confrontatie. 

  2. Indien men zich niet akkoord verklaart met deze verantwoording, kan men beroep aantekenen bij het Nationale Bestuur. De aanvraag verloopt via info@obtf.be en wordt van daar doorgestuurd naar het nationaal bestuur. 

  3. Voor het nationale beroep moet een waarborg gestort worden op het OBTF-rekeningnummer. Deze waarborg wordt integraal doorgestort aan het Nationale Bestuur. 
    Wordt de klager in het gelijk gesteld, dan wordt de waarborg terugbetaald. Bij afwijzing vervalt de waarborg. 

  4. Het Nationale Bestuur behandelt deze beroepen éénmaal per jaar op de nationale vergadering, tenzij anders overeengekomen. Intussen blijven sancties van kracht zoals uitgesproken door het OBTF-bestuur.